Lieremanschilders

Oud-Turnhout is van oudsher een dorp met een uitstraling met zijn prachtige natuur, zijn Liereman, heide, vennen en bossen. Zijn historisch boeiende verleden, Sint-Bavokerk, priorij Corsendonk en diverse andere historische gebouwen. Meer dan een eeuw geleden werden schilders al aangetrokken tot Oud-Turnhout en zijn prachtige landschappen. Albert Sohie, Eugeen Surinx, Jef Claesen, Alfons Waterschoot, Karel Melis en nog vele anderen waren gefascineerd door de pracht van deze natuur. 

Tot in het midden van de 19de eeuw was landschapsschildering erg stereotiep: in besloten ateliers werden er enkel decoratieve en idyllische landschappen op doek gezet. Vanuit het Franse schildersdorpje Barbizon, aan de rand van het woud Fontainebleau, kwam hiertegen reactie.  Onder de stuwende kracht van o.a. Jean-François Millet (1814-1875), ontstond het pleinairisme, de tendens om de natuur zelf ter plekke te gaan bestuderen en te schilderen, ver weg van het eigen atelier.

De Kempen, een streek met nog uitgestrekte, ruwe natuur, was een belangrijke aantrekkingspool voor deze nieuwe stroming.  In Oud-Turnhout vestigden zich Eugeen Surinx (1850-1936) en Albert Sohie (1873-1927) in het begin van de 20ste eeuw. Samen met koster-organist Jef Claesen (1878-1965) trokken zij vaak naar De Liereman om er de rauwe schoonheid van de natuur vast te leggen.

In navolging van hun oom Jef Claesen begonnen ook Theo Op de Beeck (1901-1993) evenals zijn broer Jozef Op de Beeck (1904-1966) op hun eigen specifieke wijze dit pittoreske natuurgebied op doek vast te leggen, mijmeringen over hun landschapsgoed in Oud-Turnhout. Joseph Misonne (1882-1960), Jos Stokbroekx (1898-1968), Eugeen Machielsen (1906-1973), Adeline Boone (1909-1962), Antoon van Mierlo (1918-2000), Karel Melis (1919-2008), Emiel Peeters (1920-2007) en Alfons Waterschoot (1931-2008) vervolledigen de groep toonaangevende Lieremanschilders.

Tot op vandaag trekken kunstenaars nog steeds de Liereman in om het prachtige landschap vast te leggen op doek. 

Naar top